Waarom is “Lilliput” de grootste?

In tegenstelling tot de turfbaggeraar “Gigant” (bij punt 8 op de fietsroute) heeft “Lilliput”  (Afb.2) zich waar gemaakt in het Grote Moeras bij Gifhorn, maar ook in andere moerassen.

Baggermachines voor kleinere oppervlaktes waren zeer geliefd, omdat de grotere moerasvlakten van enkele honderden hectaren steeds minder werden. Zo werd in 1950 de kleine turfbaggeraar B45 “Lilliput” ontworpen, en al in 1951 werden er 5 stuks ingezet voor de turfcampagne. De losstaande aanhanger (Afb.3) was 20 tot 25 meter lang. De kleine “Lilliput” baggermachines waren onfeilbaar en de ronde, als brandstof dienende turfzoden droogden snel uit, omdat ze als het ware als worstjes (Afb.4) aan elkaar hingen en weinig  met elkaar of met de bodem in contact kwamen. Na het eerste drogen werden ze op kleine hoopjes opgestapeld (Afb.5).

Onze baggermachine voor brandstofturf is op eigen kracht tot op het terrein van ons museum gekomen. Wij danken hiervoor de expertise van Friedhelm Tausendfreund, Adolf Schrader, Harald Schrader en Reinhard Wulfes, die wekenlang er aan sleutelden en proefritten maakten (Afb. 7).

Dit soort baggermachines werden een internationaal succes en er werden tot aan het einde van de vraag naar turf als brandstof, 125 exemplaren op licentie gebouwd, waarvan er 40 in Duitsland bleven, 25 naar Nederland gingen, 15 naar Finland en twee ieder naar Frankrijk, Polen en Zweden. De overgebleven 39 exemplaren werden naar Ierland verscheept, waar de “Lilliput” in 1957 afgelost werd door de nog kleinere B57 “Miniput”.

De laatste baggermachine voor brandstofturf van het Grote Moeras bij Gifhorn werd gered door één van de oprichters, Heinrich Wulfes, en werd daardoor een belangrijke aanwinst voor ons museum.
De bij ons ten toon gestelde “Lilliput” werd in 1956 door het bedrijf Johannes Flügger uit Delmenhorst gebouwd. Oorspronkelijk zat er een Büssing motor in en werd als nieuwe machine door Erwin Wolpers uit Neudorf-Platendorf gekocht. Op goede dagen werd er ongeveer 300 meter moeraskanaal tot op een diepte van twee meter met de bakken-loopband uitgebaggerd. De afbeeldingen 8 en 9 tonen dergelijke baggermachines zoals die in het Grote Moeras werden ingezet. De manier waarop gewerkt werd is hier goed te herkennen.